Zuidwellebrug in Zierikzee

Tijdens zijn eerste reis naar Zeeland in 1909 schilderde Wolter op een mooie zomeravond de Zuidwellebrug in Zierikzee, met op de achtergrond de St Lievens Monstertoren.

De Zuidwellebrug stamt uit 1624 (toen nog geheel van hout) en is in de huidige vorm aangelegd in 1784.

In 2017 werden ernstige scheuren aangetroffen in de brug, waarna bleek dat het voegwerk – waarschijnlijk als gevolg van het zout dat na de watersnoodramp daarin was achtergebleven – op sommige plaatsen geheel verpulverd was. De brug is in 2020 geheel gerenoveerd.

Op het schilderij koestert de St Lievens Monstertoren zich in de zon op een wat heiige zomeravond.

De bouw van de toren ving aan in 1454, toen Zierikzee al een welvarende vissers- en handelsstad was en in 1510 werd de huidige hoogte bereikt.

De oorspronkelijk beoogde hoogte was vermoedelijk 130 meter (hoger dan de Dom in Utrecht), maar door geldgebrek is het bij 67 meter gebleven.

De toren ontleent zijn naam aan de naastgelegen St Lievenskerk, waarmee hij verbonden had moeten worden, maar ook daar was geen geld meer voor.
(Bron: www.zierikzee-monumentenstad.nl)

 

Sluiswachterhuis aan de Sint Anthoniesluis Amsterdam

Het huisje werd in 1695 gebouwd, als sluiswachtershuis aan de Sint Anthoniesluis. De sluiswachter bediende, controleerde en onderhield de sluis in opdracht van de stad Amsterdam. De sluis had tot doel de vijandige schepen te beletten om de stad in te komen en de uitstroom van rivierwater (Amstel) via de grachten naar het IJ te regelen (bron: https://www.joodsamsterdam.nl/het-huisje-van-gosler/).

Montelbaanstoren zicht

Toen HJW dit schilderde stond het huisje aan het begin van de Joden Houttuinen, een straat waarvan alle andere huizen zijn afgebroken.

In het gebouw was gevestigd A. Gosler & Zonen, handel in machinerieën en metalen, die blijkens een bord op de gevel ook aannemer van sloopwerken was. De joodse familie Gosler bestond uit Abraham, Saartje en vijf kinderen, waarvan er twee WO II hebben overleefd.

Het huisje was eind jaren zestig rijp voor de sloop, maar bleef behouden en werd eind jaren zeventig gerenoveerd tot woonhuis.

Sinds de jaren negentig zit hier Café De Sluyswacht, tot voor kort eigendom van ex-Woo dj Jan Westerman, die vlak voor Oud & Nieuw 2022 overleed.

Het Witte Huis Rotterdam

Circa 1920 schilderde HJ het Witte Huis in Rotterdam met zicht over de Nieuwe Maas.

Het Witte Huis is eind 19e eeuw in Rotterdam gebouwd naar een ontwerp van de architect Willem Molenbroek, geïnspireerd op  Amerikaanse wolkenkrabbers.
Met zijn elf verdiepingen, waarvan drie onder het schuine dak, was het destijds het hoogste kantoorgebouw van Europa.
Het is in totaal 43 meter hoog en gebouwd in Art Nouveau stijl. Op het platte dak bevindt zich een uitkijkplatform, te bereiken met een lift, iets wat rond 1900 zeer modern was.

Foto Witte Huis (1954): KLM Aerocarto

Het Polderhuis in Amsterdam

Het schilderij van HJW heet volgens de Monografie ‘Het Polderhuis in Amsterdam’. Het gaat hier om het polderhuis aan de Stadhouderskade hoek Ruysdaelkade, opzij van het Rijksmuseum, tussen de schutsluis en de overhaal voor groenteschuiten aan het eind van de Boerenwetering bij de Buitensingel. Het terrein er omheen heet sinds 1999 Carel Willinkplantsoen.

Het werd in februari 1925 afgebroken, dus HJW moet het daarvoor (wellicht in de herfst van 1924, zie de bomen) hebben geschilderd.

Bron: https://www.wikiwand.com/nl/Polderhuis_(Boerenwetering)

In het Polderhuis vonden vergaderingen van het polderbestuur van de Binnendijkse Buitenvelderse polder plaats. Het polderhuis werd door de poldermeesters verhuurd. De huurder had zijn inkomsten uit inning van schutgelden en de ‘tapnering’. Rond 1900 was er een Café-Biljard waar men Van Vollenhoven Stout schonk, ‘hét bier voor oude vrouwen, kinderen, bloedarmoedigen, maaglijders, zwakken en kraamvrouwen’(https://verlorenbieren.nl/verloren-bieren-15-van-vollenhovens-stout/)

Het grote wiel dat je op de foto uit 1910 ziet was de overhaal – zo te zien (qua omvang) voor groenteschuiten, die hier Amsterdam binnenkwamen. Daarmee konden ze vanuit de Boerenwetering naar de Buitensingel worden gesleept, zodat ze niet door de schutsluis (rechts op de foto) hoefden.

Tijdwinst dus.

Zie de foto uit 1895 toen kennelijk aan de kade werd gewerkt en de overhaal om die reden gestremd was, zodat de groenteschuiten door de sluis moesten.

Op het schilderij van HJW zie je de schutsluis en niet de overhaal, dus staat het beeld haaks op de foto uit 1910.Vermoedelijk heeft hij aan de Hobbemakade gezeten, met het Rijksmuseum in de rug, vrijwel op hetzelfde punt vanwaar de foto uit 1895 is genomen, alleen heeft hij alles links van het houten huisje er uit gelaten.

Andere foto’s (gedateerd ca 1920) laten zien dat het huisje in die tijd al sterk verwaarloosd was en dat de kruislingse hekjes in de linker twee bogen van de veranda waren verwijderd, net als in het schilderij van HJW. Vermoedelijk is dat dus rond 1920 geschilderd

 

Henk J. Wolter als wielrenner

2e van links bij de pijl Henk Wolter

Een goed bewaard geheim is dat Wolter op jonge leeftijd een niet onverdienstelijk wielrenner was. Een kostelijk verhaal hierover is vastgelegd in de Sociaal Economische geschiedenis van
de wielersport 185-1900 van Addy Schuurman, hier legt hij het volgende vast over Hendrik Jan (Henk)

Henk Wolter
De Amersfoorter H.J. Wolter jr. combineerde het bohémien bestaan van de kunstenaar met zijn afkomst uit een technisch-ambachtelijke familie. Hij was de zoon van H.J. Wolter, de grondlegger van Wolter en Dros.Het gezin Wolter vestigde zich in Amersfoort in 1885, waar de vader een fabriek voor verwarmingsapparaten begon. Daarnaast was hij vertegenwoordiger van de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij in Amersfoort. Op meerdere wijzen een modern man die zijn tijd vooruit was. Als eerste in Amersfoort meldde hij zijn dochter aan bij het gymnasium, maar dat weigerde de inschrijving vanwege de vele oud-katholieke leerlingen, die zich door het vrouwelijk gezelschap zouden kunnen laten afleiden.
Henk volgde van 1886 tot 1893 de HBS. Daarna wilden zijn ouders, dat hij carrière zou maken in het leger. Hij schreef zich in voor een officiersopleiding in Haarlem, maar dat beviel hem niet en na korte tijd maakte hij de overstap naar Amsterdam waar hij een kunstenaarsopleiding voltooide. Henk Wolter werd lid van de ANWB in januari 1889 en debuteerde als wielrenner met een eerste prijs op 26 mei 1890 te Nijmegen. Hij werd bovendien derde in het kampioenschap van Nederland op de hoge bicycle over 5000 m. Wolter was één van de laatste grote renners op de velocipède. Nog in juli en augustus 1892 won hij in Scheveningen en in Arnhem wedstrijden op deze hoge tweewielers die toen snel uit de mode raakten.
Daarnaast kwam hij ook in wegwedstrijden uit. In deze wedstrijden bereed hij meestal een laag rijwiel.

 

Sponsoring van de stichting

Wij danken onze sponsoren, maar vooral de verkopers van de werken van Hendrik Jan Wolter die auteursrecht afdragen bij verkoop, aan de Stichting Pictoright. De auteursrechtenorganisatie voor visuele makers in Nederland. De auteursrechten gelden tot 70 jaar na de dood van de kunstenaar, dus tot 2022. Nu zal dus bij de verkoop van een werk van Wolter een percentage van de opbrengst bestemd zijn voor de erfgenamen, in dit geval de stichting.

Read More

Inventarisatie werk HJ Wolter voor RKD publicatie

De Stichting Vrienden van de schilder H.J. Wolter is vanaf september 2015 een onderzoek gestart om het geschilderde oeuvre van Hendrik Jan Wolter te inventariseren.

De Stichting heeft Justine Rinnooy Kan en Nelleke de Vries, beiden master student kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, bereid gevonden om het nodige onderzoek te verrichten en een digitale publicatie voor te bereiden.

De eerste fase van het onderzoek bestond uit het verzamelen van beeldmateriaal van de werken van Wolter en het beschrijven en catalogiseren daarvan. Mede dank zij de medewerking van de Rijksdienst voor kunstdocumentatie (RKD) is het eerste deel van deze fase inmiddels met succes afgerond. Digitaal beeldmateriaal van ruim 200 werken van Wolter  is in kaart gebracht en beschreven. Het tweede deel van deze fase is gestart in februari 2017 en is intussen afgerond

De tweede fase van het project omvat het schrijven van essays over het oeuvre en de digitale publicatie van het beeldmateriaal, de beschrijvingen en de essays.